Tijdens het bidden doen Joodse mannen vaak een gebedsmantel om. Een gebedsmantel is een wit kleed met zwarte of blauwe strepen.
De gebedsmantel is een teken dat God heel dichtbij je is. Zoals de mantel om je heen ligt, zo wil ook God om je heen zijn. Aan de hoeken van de mantel zitten een soort kwastjes. Dat zijn de gedenkkwasten. In de Bijbel staat dat de Joden aan de hoeken van hun kleren van die kwastjes moeten vastmaken. Als ze die kwastjes zien, denken ze aan de geboden uit de Bijbel.
Als Joden gaan trouwen, dan staan ze soms onder een gebedsmantel. Zo maken ze duidelijk dat ze de Heere God nodig hebben bij hun huwelijk.
Langs de bovenrand van de mantel staat een zegening, die men uitspreekt voordat de mantel omgedaan wordt. Deze luidt als volgt:
“Gezegend zijt Gij, O Heere onze God, Koning van het heelal, die ons heeft gezegend met Zijn geboden en opgedragen ons in de tsietsiet (gedenk– of schouwkwasten) te wikkelen.”