Gebedsriemen

Nadat de Heere God Zijn volk Israël uit Egypte had bevrijd, vertelde Hij aan Mozes hoe de Joden voortaan moesten leven. Toen Mozes dat aan het volk doorgaf, zei hij erbij dat ze die woorden nooit moesten vergeten. Ze zijn zo belangrijk dat ze het op hun hoofd en handen moesten binden. Als je dat doet, raak je ze niet snel kwijt en blijf je eraan denken.Nadat de Heere God Zijn volk Israël uit Egypte had bevrijd, vertelde Hij aan Mozes hoe de Joden voortaan moesten leven. Toen Mozes dat aan het volk doorgaf, zei hij erbij dat ze die woorden nooit moesten vergeten. Ze zijn zo belangrijk dat ze het op hun hoofd en handen moesten binden. Als je dat doet, raak je ze niet snel kwijt en blijf je eraan denken.

Joodse mensen binden de woorden van God letterlijk op hun lichaam. Ze doen dat met gebedsriemen. Dat zijn dunne, zwarte riemen met daaraan een zwart doosje. In dat doosje zit een stukje perkament met daarop een stuk tekst uit de Thora. Eén van de doosjes binden ze op hun voorhoofd en één op hun linker bovenarm.

Ze binden hem op het hoofd om aan te geven dat ze altijd aan de woorden uit Bijbel willen denken. De andere binden ze op de bovenarm om te laten zien dat ze willen doen wat er in de Bijbel staat. Want daar zitten je spierballen! Waarom dan op de linkerarm, en niet de rechter? Dat komt omdat je hart aan de linkerkant zit. Daarmee geven ze aan dat ze God met hun hele hart willen dienen.

Joodse mensen bidden drie keer per dag: het ochtendgebed, het middaggebed en het avondgebed. Tijdens het ochtendgebed dragen ze de gebedsriemen. Verder dragen ze tijdens het bidden nog een gebedsmantel en een keppeltje. Het keppeltje geeft aan dat God boven hen staat, net zoals het keppeltje boven hen is. De mantel geeft aan dat God heel dicht bij hen is.Het huisje op het voorhoofd bestaat uit vier hokjes, met in elk hokje één bijbelgedeelte. Het doosje op de arm heeft één hokje met daarin een stuk perkament met vier bijbelgedeelten. Het zijn de volgende vier bijbelgedeelten:

  • Exodus 13:1-10
  • Exodus 13:11-16
  • Deuteronomium 6:4-9
  • Deuteronomium 11:13-21

De riemen worden alleen op werkdagen gedragen, dus niet op de Sjabbat of een feestdag. Joodse jongens moeten de riemen dragen vanaf het moment dat ze bar-mitzwa (13 jaar) zijn.