Tien dagen na het Joodse Nieuwjaar volgt Grote Verzoendag. Die tien dagen hebben Joden nagedacht of er nog dingen zijn die ze in orde moeten maken met andere mensen. Het zijn tien dagen van nadenken over en in orde maken van wat verkeerd was. Grote Verzoendag, die daarop volgt, is de belangrijkste dag van het Joodse jaar. De Joden hopen op die dag vergeving te krijgen van God. Er wordt op die dag ook gevast. Dat betekent dat er vanaf de voorafgaande avond niet gegeten en niet gedronken wordt. De hele dag wordt in de synagoge doorgebracht. De dienst bestaat uit veel gebeden en voorlezingen, bijvoorbeeld van de geschiedenis van Jona. In dat Bijbelboek gaat het namelijk ook over zonde, berouw en vergeving.
Ook wordt er gelezen over de offers en over de dag van verzoening. De mannen dragen witte kleding, net zoals vroeger de hogepriester witte kleding droeg op Grote Verzoendag. Aan het eind van de dienst wordt er op de sjofar geblazen. Daarna volgt een feestelijke maaltijd.