Als je aan oudejaarsavond denkt, denk je misschien meteen aan oliebollen, appelflappen en vuurwerk. Als de Joden aan het Nieuwjaarsfeest denken, dan denken zij aan appels, honing en hoornblazen. Zij eten die dag namelijk geen oliebollen, maar stukjes appel die ze in de honing dopen. Daarmee wensen ze elkaar een zoet nieuw jaar toe.
Ook steken ze geen vuurwerk af, maar ze maken wel een hoop lawaai op de ramshoorn. Dat is de hoorn van een mannelijk schaap. Die hebben ze hol gemaakt en in de punt is een gat geboord. Het geluid van een ramshoorn lijkt wel een sirene. Als de Joden dat geluid horen, dan denken ze eraan dat ze eens voor God zullen staan. Ze vragen zich af hoe ze het afgelopen jaar hebben geleefd. Zijn ze er klaar voor om God, hun Koning, te ontmoeten? Of zijn er nog dingen die ze nog in orde moeten maken?
Het Joods Nieuwjaar is ook een soort verjaardag. Alleen dan niet van een persoon, maar van de hele wereld. Joden tellen namelijk de jaren vanaf de schepping van de wereld. Elk jaar vieren ze dat de aarde een jaartje ouder is geworden. Ze zijn God dankbaar voor de mooie schepping die Hij heeft gemaakt.
Zoals je weet, tellen wij de jaren vanaf de geboorte van de Here Jezus. Omdat de Joden tellen vanaf de schepping van de aarde, lopen zij een heel aantal jaren voor op onze kalender. Om te weten in welk jaar zij leven, moet je bij onze jaartelling 3760 jaar optellen. Het jaar 2000 was dus bij hen het jaar 5760. Je moet daarbij niet vergeten dat het nieuwe Joodse jaar al in september of oktober begint.